Ethische code

Logo gezinssport Vlaanderen

DANSERS

Omtrent houding:

  • Ik toon respect voor de dansjuf en de mededansers want dansen is een teamsport!
  • Ik ben trots op mijn club en ik kom niet om me af te reageren.
  • Pesten, racisme, discriminatie, agressie in woorden of daden, intimidatie en fysiek geweld worden niet geduld.
  • Ik gedraag me steeds op een waardige manier in en rond de danszalen.
  • Ik gebruik steeds een beleefd taalgebruik tov. mededansers, dansjuffen, vrijwilligers.
  • Ik help mededansers die het wat moeilijker hebben waar nodig en moedig hen aan.
  • Ik durf de dansjuf aan te spreken wanneer er iets schort of wanneer ik me niet goed in mijn vel voel.
  • Ik neem enthousiast deel aan de verschillende voorstellingen en het verenigingsleven van de dansstudio.
  • Ik toon respect voor de vrijwilligers die zich voor ons inzetten in hun vrije tijd.
  • Ik maak schoon wat ik vuil heb gemaakt.
  • Ik eet gezond en drink voldoende water, zowel buiten als tijdens het sporten.
  • Ik neem geen dingen van een ander, dat is stelen.

Omtrent de training:

  • Ik volg alle trainingen en kom op tijd omdat elke danser in de groep uiterst belangrijk is voor het resultaat.
  • Ik verwittig de dansjuf op tijd als ik niet kan komen.
  • Ik help indien nodig de dansjuf met het zetten en opruimen van het materiaal voor de dansles.
  • Ik vraag uitleg aan de juf als ik iets niet begrijpt.
  • Ik kom naar de dansles met propere dansschoenen en aangepaste danskledij.
  • Ik geef de mededansers positieve kritiek; breek ze niet af wanneer ze een foutje maken.
  • Ik doe gemotiveerd mee aan alle oefeningen en geef me steeds voor 100%.
  • Ik vind lichamelijke hygiëne belangrijk.
  • Ik draag zorg voor het clubmateriaal dat ik mag gebruiken.

Omtrent de dansevenementen :

  • Onsportiviteit van een ander mag nooit een reden zijn om zelf onsportief te zijn.
  • Bekritiseer de beslissingen van de dansjuf niet (plaatsen op een podium).
  • Geef blijk van een sportieve attitude en een goede fair play houding naar alle partijen.
  • laat je niet ontmoedigen door een tegenslag.
  • Behandel je mededanser zoals je zelf behandeld zou willen worden.
  • Respecteer de regels tijdens optredens en overtreed ze niet moedwillig.

ELKE LESGEVER

Beschikt over de nodige sporttechnische capaciteiten:

  • Laat iedere danser zich ontwikkelen op zijn niveau.
  • Geeft trainingen die aangepast zijn aan de leeftijd, het individueel ritme en de mogelijkheden binnen elke groep.
  • Is redelijk in zijn sportieve eisen.
  • Geeft concrete en duidelijke tips aan de danser.
  • Houdt de aanwijzingen eenvoudig. Past de uitleg ten allen tijde aan aan het niveau van de dansers.
  • Werkt aan het eigen competentieniveau: schoolt regelmatig bij.
  • Werkt met duidelijke afspraken en routine. Dit zorgt voor rust en vertrouwdheid bij de dansers.

Behandelt elke danser gelijkwaardig:

  • Toont belangstelling voor alle sporters.
  • Betrekt elke danser maximaal bij de dansles en de evenementen.
  • Zorgt voor een clubklimaat waarbinnen elke danser wordt opgenomen.
  • Focust op de mogelijkheden van de dansers; schenk niet teveel aandacht aan hun tekortkomingen.
  • Alle dansers getalenteerd of minder getalenteerd, krijgen de aandacht die ze nodig hebben en waar ze recht op hebben.

Is zich bewust van zijn opvoedkundige taak:

  • Besteedt naast het aanleren van de danstechnieken ook aandacht aan het gedrag van de sporters tijdens de training.
  • Bewaakt de fysieke en psychische integriteit van elke danser.
  • Is niet enkel verantwoordelijk voor het eigen gedrag maar ook voor dat van hun dansers, hun ouders en fans.
  • Ontwikkelt respect voor de vaardigheid van andere dansgroepen, voor het materiaal en de accommodatie dat op verplaatsing wordt gebruikt.
  • Leert de dansers dat de regels afspraken zijn waar niemand zich aan mag onttrekken; leert hen sportief te zijn.

Heeft een voorbeeldfunctie binnen de sportclub:

  • Draagt een gezonde levensstijl uit.
  • Rookt niet en drinkt geen alcohol tijdens de lessen.
  • Keurt verbaal en fysiek geweld af.
  • Is een voorbeeld van Fair Play en Sportiviteit.

Toont betrokkenheid:

  • Is op de hoogte van wat er ‘leeft’ binnen de groep.
  • Houdt rekening met de leefwereld van de dansers.
  • Respecteert het recht op privacy.
  • Geeft aandacht aan de bezorgdheden van ouders en vrijwilligers.
  • Toont bereidheid tot samenwerking en communicatie met ouders, andere lesgevers, bestuurders,…

Zorgt voor een positieve sfeer:

  • Laat het dansplezier primeren op het resultaat van de dansers.
  • Sporten moet in de eerste plaats plezierig zijn; zorgt voor voldoende afwisseling in de lessen.
  • Geef uw sporters de kans om kampioen te worden, maar geef ze ook de kans om geen kampioen te worden.
  • Behandelt de dansers zoals ze zelf behandeld zouden willen worden.
  • Communiceert positief: ook non-verbaal!
  • Maakt van de dansstudio een plaats waar iedereen welkom is en zich thuis voelt.
  • Doet haar best om een veilige omgeving te creëren voor alle sporters.

OUDERS/ SUPPORTERS

Hebben een voorbeeldfunctie:

  • Wees u bewust van uw voorbeeldfunctie.
  • Zorg ervoor dat uw gedrag sportief is.
  • Laat geen rommel achter.
  • Respecteer de beslissingen van de dansjuf.
  • Moedig uw kind aan de regels te volgen en respectvol te zijn.
  • Veroordeel elk gebruik van geweld.

Dienen de dansers aan te moedigen:

  • Wees gul met lof voor inzet en prestatie.
  • Geef steeds positieve kritiek; breek dansers nooit af wanneer het eens wat minder loopt.
  • Maak een kind nooit belachelijk en scheldt het niet uit als het een fout maakt gedurende een optreden.
  • Focus op de mogelijkheden van de dansers; schenk niet te veel aandacht aan hun tekortkomingen.
  • Vermijd het gebruik van grove taal en het beledigen of belagen van dansers, dansjuffen of vrijwilligers.

Dienen positief betrokken te zijn:

  • Wijs medesupporters op een rustige manier op een fair gedrag.
  • Laat je mening horen op een constructieve manier.
  • Ken je plaats als ouder.
  • Respecteer de bestaande communicatiekanalen.
  • Gun jouw kind het plezier van de danssport.

BESTUURDERS

Geven leden inspraak in het beleid van de club:

  • Luister niet alleen naar elkaar maar ook naar dansers, ouders, dansjuffen,…
  • Tonen bereidheid om leden bij het beleid van je club te betrekken d.m.v. een oudercomité.

Bewaken de kwaliteit van de sportwerking in hun club:

  • Zoeken gekwalificeerde lesgevers om de kwaliteit in de dansclub te garanderen.
  • Zorgen ervoor dat het sportmateriaal en de voldoet aan de veiligheidseisen en geschikt is voor alle jongeren. Ze ijveren voor betere aangepaste accommodatie bij de gemeente.
  • Geven aan dat met het clubmateriaal zorgzaam dient te worden omgegaan.

Zorgen voor een goed clubklimaat:

  • Zorgen ervoor dat er gelijke mogelijkheden tot deelname in de sport bestaan voor alle dansers ongeacht hun vaardigheid, geslacht, leeftijd of handicap.
  • Zorgen ervoor dat elk individu zich goed voelt binnen de dansstudio.
  • Zijn luisterbereid en anticiperen op mogelijke problemen.

Dragen de geldende ethische normen van de club uit:

  • Ondertekenen de panathlonverklaring en respecteren de rechten van het kind !
  • Stimuleren fairplay binnen de club en zijn zelf fair.
  • Duid een vertrouwenspersoon aan binnen de dansstudio die naast de dansjuf in staat is om de communicatie tussen de betrokken partijen weer op gang te trekken en dit steeds met respect voor ieders mening.